O, die bewijslast....
Het is zo'n beetje het meest vervelende stuk werk van menig EP-W/D adviseur: het controleren van de 'bewijslast': Is het compleet? Voldoet het aan de eisen? De huidige ISSO-methodiek maakt het je qua tekst ook niet gemakkelijk.
Stel jezelf 2 vragen
Als ik een dossier ontvang van de aannemer, stel ik mezelf altijd 2 vragen:
- Is er voldoende bewijs dat een bepaald product is geleverd of een bepaalde constructie is gebouwd (leverbonnen, foto’s en facturen)
- Vraag je dit af: kun je herleiden dat betreffende producten (bijv. Isover Mupan 140mm) daadwerkelijk is geleverd op de bouwplaats?
- Is er voldoende bewijs dat dit product of deze constructie een bepaalde Rc-waarde of U-waarde heeft (KOMO + BB, kwaliteitsverklaring, Rc-berekening)
Wat betreft 1: Dit bewijs kan worden verzameld door de EP-adviseur, door de uitvoerder en de werkvoorbereider. Wie wat precies vastlegt en verzameld hangt af van de aannemer en de afspraken die gemaakt worden met de EP-adviseur.
Wat betreft 2: Hier komt de 'onderbouwing' om de hoek kijken. Bewijslast conform de ISSO82.1 en 75.1. Helaas is hier de tekst vaak vaag, maar in grote lijnen kun je stellen dat de Rc- of U-waarde berekening moet zijn opgesteld conform NTA8800. Naar deze norm moet worden verwezen in het KOMO-certificaat, de DoP of de garantieverklaring.
Buitenlandse producten
Kozijnen uit Polen, stropanelen uit Litouwen: mag je ze honoreren? Als aan bovenstaande eisen niet voldaan wordt, zul je zelf aan de slag moeten als EP-adviseur. Houd als uitgangspunt aan dat de parameters die je gebruikt (Ufr / Rd etc) opgesteld zijn volgens een geharmoniseerde norm. Die kun je herkennen aan het voor- of achtervoegsel '-EN' in de verklaring.
Let op: dit is mijn interpretatie van de ISSO. Volg bij twijfel altijd de NTA8800/ISSO75.1 & 82.1