Lineaire koude-bruggen

Lineaire koudebruggen kunnen op 4 manieren in je berekening worden meegenomen:

  1. Via de forfaitaire methode (NTA8800, 8.2.1), waarbij er een toeslag op de u-waarde wordt gerekend.
  2. Via methode uit bijlage I van NTA8800, met gestandaardiseerde PSI-waardes.
  3. Via de bekende SBR-details. Let op: Bij afwijking geldt hier een +25% op de PSI-waarde.
  4. Via de (ingewikkelde) numerieke methode uit par. 8.2.3.1 van NTA8800.

Enkele belangrijke opmerkingen als je gaat rekenen met methode 3 of 4:

  • Er moeten detailtekeningen beschikbaar zijn.
  • Bij oplevering mogen details volgens methodiek niet meer dan 5% afwijken van tekeningen.
  • ALLE informatie die je hebt gebruikt om de lineaire koudebruggen te bepalen moet in het dossier worden opgenomen.

[aan dit artikel mogen geen rechten worden ontleend, de ISSO75.1&82.1 blijven altijd leidend]