#digest week 48

#1 Een Uniec-softwaredingetje: Als je jezelf al vaker afvroeg waarom je bij vloerkoeling ALTIJD een circulatiepomp moet invoeren en bij vloerverwarming niet, dan volgt hier het antwoord van Uniec: 'De norm behandelt pompen voor koeling en verwarming net wat anders. Vandaar dat het kan zijn dat je soms bij verwarming alleen een extra distributiepomp- moet invoeren als deze er is en bij koeling alle pompen in het systeem. Als je alleen de extra distributiepomp hoeft in te voeren bij verwarming dan zit de ‘normale’  distributiepomp al verwerkt in de hulpenergie van de opwekker.' Als er dus één extra circulatiepomp in in het verwarmings-/koelsysteem is opgenomen, moet je dus bij verwarming 1 pomp invoeren en bij koeling 2 pompen. 

#2 Ed controls en andere opnameapps worden door veel aannemers grif gebruikt om de bewijslast voor het fotodossier samen te stellen. Het is inderdaad aan te bevelen om zo'n app te gebruiken, maar het kent ook een nadeel. De kwaliteit van de foto's in de rapportage is vaak zo slecht, dat maten/diktes van isolatie niet kunnen worden afgelezen. Dit zou je kunnen ondervangen door erg in te zoomen bij het maken van de foto of het etiket van de isolatie ook duidelijk leesbaar op de foto te zetten. Voor het vastleggen van de onderlinge aansluitingen kan zo'n rapportage uiteraard wel prima gebruikt worden.

#3 Waarin de ISSO75.1 naar mijn mening niet duidelijk is, betreft de behandeling van industriële ruimten aangrenzend aan kantoor: een opslagloods, fabriekshal of werkplaats met direct daaraan grenzend een kantoor of kantine. Deze industriefunctie behoort nooit tot de thermische zone. Dan gaat het uiteindelijk om de vraag of dit een AVR, AOR of SGR betreft. Dat bepaal je echter NIET door deze ruimte(n) door de 'stroomschema's' te halen. Die zijn alleen van toepassing op 'overige ruimtes', zoals de installatieruimte of een berging. Een industriefunctie moet aantoonbaar het hele jaar op minimaal 15 graden worden gehouden, dan is het een AVR. Dat kun je aantonen middels een ontwerpberekening en tekening van de installateur. Dit staat m.i. niet duidelijk genoeg in de ISSO75.1, dus misschien een verbeterpuntje voor de volgende druk ;-). 

#4 Bij een ingrijpende renovatie wordt er een heel nieuw gebouw binnen een monumentaal pand gebouwd (doos-in-een doos). Dit nieuwe gebouw voldoet aan alle eisen qua Rc-waardes. Echter, de verkeersruimte eromheen valt dus buiten het nieuwe gebouw, maar bínnen het monumentale pand. Deze verkeersruimten moeten volgens de ISSO75.1 gewoon toegekend worden aan betreffende gebruiksfunctie (gezondheidszorg). Het effect is dus helaas dat de gevel van het monumentale pand (niet geïsoleerd: Rc = 0,36) de thermische schil wordt in plaats van de gevel van het nieuwe gebouw. Dit zijn de specials waar het rekenmodel sterk afwijkt van wat er daadwerkelijk gebouwd gaat worden. 

#5 Het opleveren van casco bedrijfsruimten blijft een lastig ding: zonder installaties kun je feitelijk geen energielabel afgeven, maar zonder energielabel mag er niet worden verhuurd. En het is de huurder/koper die uiteindelijk de installaties gaat aanbrengen. Helaas is hier vanuit de Rijksoverheid nog (steeds) geen goede work-around bedacht. Als gevolg hiervan doet de ene EP-adviseur het strikt op basis van de ISSO en plaatst een verwarmingsketel in een nieuwe winkel (zonder gasaansluiting). De andere gaat uit van de eerder opgestelde EPC- of BENG-berekening. Het is nu wel eens tijd voor een duidelijke lijn...


DISCLAIMER: Aan bovenstaande mogen geen rechten worden ontleend. De ISSO75.1/82.1 & NTA8800 blijven altijd leidend.

Over de schrijver
Reactie plaatsen